Oekraïne 2015

Oekraïne 2015

Werkbezoek Pastoraal Fonds aan Oekraïne van 1 t/m 9 mei 2015

Vanaf januari beginnen we bij het Pastoraal Fonds met de voorbereidingen voor ons jaarlijks bezoek aan de 6 dorpen in Oekraïne, net over de Hongaarse grens, waar we nu al meer dan 15 jaar komen. Het zijn 6 onuitsprekelijke namen voor wie er niet bekend mee is en ze liggen op 1800 km afstand van ons dagelijks leven in Sassenheim. Oekraïne is tegenwoordig een beladen woord en naam.

Als je anderhalf jaar geleden de naam van dit land hoorde dan koppelde je dat aan: armoede, het Oostblok en ver van je bed. Misschien dacht je aan Kringloopwinkel Op Dreef en aan het Pastoraal Fonds. Je herinnerde je vaag dat het Pastoraal Fonds of Kringloopwinkel Op Dreef daar diverse projecten opzetten en steunen met het geld dat in die kringloopwinkel wordt verdiend. Diaconale ondersteuning, hulp aan kleuterscholen, lagere scholen, doktersposten, tafeltje-dek-je voor de allerarmsten, wat vooral oude en zieke mensen zijn en studiefondsen om veelbelovende studenten een zetje in de rug te geven.

We merkten dat het langzaamaan elk jaar een stukje beter werd. We konden dat zo mooi volgen omdat we er dus al zo lang met dezelfde mensen werken. We bouwden vertrouwen in elkaar op en dat duurt daar een tijdje, omdat als je opgroeit in het Groot Rusland van hun jeugd, je wel uit moest kijken wie je vertrouwen kon. Die Hollanders komen dan wel met hun mooie praatjes, maar ….. die vullen geen gaatjes. Dus opletten wat je zegt en tegen wie!

We bleven komen en maakten onze beloften waar en er ontstond een band die steeds steviger werd.

Nu was het weer zover. De situatie in het land is totaal gewijzigd. Sommige mensen begrijpen niet dat we er gewoon weer naartoe gaan, net als alle andere jaren. Het is een land waar oorlog is, waar een passagiersvliegtuig is neergehaald, waar het geweld menens is. Maar we kunnen nu het wat spannender wordt toch niet zeggen: “nee, dit jaar liever niet!” We kunnen ze nu toch niet in de steek laten!
Zondagochtend gaan we naar de kerk in Gat. Door de ouderlingen worden we naar de voorste bank in de kerk gebracht. Tijdens de dienst zingen de kinderen een lied voor alle moeders in de kerk, het is Moederdag. Het is gebruikelijk dat de moeders op die dag een bloem krijgen.  Hoe belangrijk het is dat we gekomen zijn weten we pas tijdens ons gesprek met de burgemeester van het dorp Gat. In dit dorp logeren we ook altijd. Het is een leuke jonge vent van in achter in de twintig. Vol energie, dol en trots op de plaatselijke voetbalclub, speelt zelf ook fanatiek in het eerste elftal, heeft een bedrijfje in de reclamewereld en is burgemeester van het dorp Gat. Tijdens ons gesprek, waarin we wat projecten bespreken, zegt hij opeens met natte ogen en een wat rood aangelopen gezicht, dat het de mensen afgelopen zondag zoveel troost, hoop en moed gegeven heeft dat ze ons in de kerk hebben zien zitten. Die Hollanders, die zijn er weer en zitten daar op de voorste bank.
Ook dit jaar hebben de leden van het Pastoraal Fonds (Henk Maat, Marja Mantel, Jan Lindhout en Astrid Batenburg en als Hongaarse tolk Maria Beuving) bijna een week in de Karpaten gelogeerd. De drie dames van de delegatie logeren bij het echtpaar Zolli en Irene, ze hebben twee getrouwde kinderen en 3 kleindochters die op de middelbare school zitten of studeren. Hij is landbouwer, heeft grond waar hij o.a. graan en mais verbouwd. Bij het huis is een grote moestuin voor de dagelijkse kruiden en groente en er zijn varkens die ze goed vetmesten, kippen en waakhonden; die heeft overigens iedereen. Eten wordt niet weggegooid, want hier bestaat gewoon nog “eten en gegeten worden”.

De twee mannen slapen bij József. Hij is 71 jaar geworden en sinds zijn vrouw overleden is, woont hij het grootste deel van het jaar net over de grens in Hongarije. Daar staat zijn ouderlijk huis, waarin hij tegenwoordig woont. Als we het reisschema opsturen, dan zorgt hij dat hij in het dorp is. Het huis wordt dan schoongemaakt door zijn dochters, de bedden opgemaakt, de wijn zit in het vat en hij verheugt zich op de avonden waarin via het woordenboek met elkaar wordt gesproken en vooral veel gelachen.

Veel verhalen hebben we tijdens ons verblijf aangehoord. Over de angst dat er een oproep van het leger komt. Dat kan zomaar gebeuren. Deze wordt je persoonlijk overhandigd en je moet voor ontvangst tekenen. Doe je dit niet dan kom je voor het gerecht. Iedereen probeert om het niet zover te laten komen. Er wordt gewaarschuwd als de militairen in het dorp zijn, maar het kan ook zomaar gebeuren, dat je onderweg in je auto aangehouden wordt. Je moet je papieren laten zien, er wordt gekeken of je naam op de lijst staat en als je geluk hebt mag je door. Zo niet dan wordt je direct meegenomen naar de keuring, waar ze niet zo nauw kijken. Goedgekeurd… dan mag je je mobiel inleveren en door naar het oosten. Thuis weten ze niet waar pappa is gebleven, hij was toch alleen maar naar de keuring! We horen over leerkrachten die door het raam vluchten, over jongens die hun baan opzeggen en zich zo min mogelijk in het dorp laten zien. Als de bel gaat, dan doe je nooit zelf open maar verdwijn je uit het zicht, we horen van mannen die hun gezin achter laten en de grens over vluchten.

De oorlog snappen ze niet. Het is niet hun oorlog, maar die van de machthebbers zeggen ze. Ze begrijpen er niets van en ze worden niet geïnformeerd. Ze moeten het van het gekleurde nieuws van de Russische, Oekraïense en de Hongaarse zenders hebben. Er wordt ons zelfs gezegd, dat wij waarschijnlijk beter op de hoogte waren dan zij.
We hebben veel gesproken, gelachen, geluisterd, af en toe met tranen in de ogen. Zoveel lieve mensen, zo arm en toch zo gastvrij. We zijn blij en dankbaar dat we ook dit jaar deze reis weer mochten maken en we hopen en bidden, samen met hen, op vrede.

Opgetekend door Marja Mantel

Namens Henk Maat, Jan Lindhout, Astrid Batenburg en onze waardevolle Hongaarse tolk Maria Beuving.

P.S.  De burgemeester waar ik over sprak zal dolgelukkig zijn met voetbalkleding. Hij stimuleert de jeugd te gaan voetballen en geeft samen met vrienden gratis voetballes. Groot, klein, maakt niet uit, voor een heel team is natuurlijk helemaal mooi. Dus als u bekend bent bij een of andere vereniging en u hoort dat een team nieuwe outfits krijgt, dan houden wij ons aanbevolen voor de oude!